14 februari 2011

* Vlinder


Er was eens een prachtig vlindertje. Zij fladderde vrolijk in het grote bos van bloem tot bloem. Er was iets bijzonders met dit vlindertje want het vlindertje was anders dan alle andere vlinders. Het vlindertje had namelijk een schitterend geel sterretje op haar vleugels. Niemand onder de vlinders had dit sterretje. De andere vlinders waren daarom vreselijk jaloers en vermeden het vlindertje. Zij wilden het vlindertje niet in hun groep opnemen. Zij hadden een vreemde gedachte en die was dat als je een ster op je vleugels had, je niet in de groep paste. Onzin natuurlijk maar ze waren helaas niet op andere gedachten te brengen. 

Het vlindertje was daardoor verdrietig, intens verdrietig. Zij hield van contact en communicatie en nu werd zij genegeerd. Zo erg was dat! Ze had werkelijk niemand om mee te lachen, te babbelen en niemand die haar  welterusten zei wanneer zij ging slapen. 

Op een nacht droomde het vlindertje dat zij een Grote Nachtblauwen Vlinder ontmoette op een goudgele goudsbloem. Eerst schrok zij geweldig want wat een prachtige schoonheid had deze Vlinder. De voelsprieten straalden een bijzonder wit licht uit. Het kopje van de Grote Nachtblauwen Vlinder was nauwelijks zichtbaar, zo enorm was de schitterende uitstraling.
De Grote Nachtblauwe Vlinder sprak tot vlindertje:’Wees niet bang, vlindertje! Ik volg je al een lange tijd, niemand uit de vlinder groep kan mij zien, alleen jij!’ Het vlindertje viel bijna van ontzetting van het blaadje af, de goudsbloem lachte mee. ‘Weet je vlindertje, je eenzaamheid heeft gemaakt dat jij alleen in staat bent mij te zien. Vraag alles aan mij en ik zal je het schenken. Vergeet nooit dat het sterretje op je vleugels een symbool van eeuwigheid is en je in staat bent jezelf met mij te verbinden op ieder moment in je leven!’ Na deze woorden vloog de Grote Nachtblauwe Vlinder weg en vlindertje schrok wakker uit haar droom.  

De zon was nog maar nauwelijks aan de horizon verschenen of vlindertje fladderde vol energie van bloem tot bloem. Iedere bloem die vlindertje tegenkwam, begroette zij vrolijk met haar hoge stemmetje. En alle vlindertjes uit het Grote Vlinderbos keken haar met jaloerse oogjes aan en alle blikken waren weer gericht op het prachtige sterretje op vlindertjes vleugels. Waarom had zij een sterretje en waarom straalde het sterretje zo bijzonder vandaag? Vlindertje was zich van geen kwaad bewust en bleef vriendelijk lachend fladderen van bloem naar bloem.  

Plotseling schoof er een grote wolk voor de zon. Hé, wat is dat nou? Grote donderwolken rolden door de lucht. De lucht werd inktzwart en grote regendruppels tikten vinnig naar beneden. Het was alsof de druppels een bericht in morsetekens wilde laten horen. ‘Pas op ga schuilen’, was de boodschap. De vlinders raakten in paniek want zo snel als het weer was veranderd, zo snel konden zij niet terug vliegen naar het Vlinderhuis. De regendruppels veranderden in hagelstenen. Jeetje, dat deed pijn op de vleugels van de vlinders. 

Wat moesten ze nu doen? Vlindertje kreeg in de gaten dat er paniek uitbrak onder de vlinders. Als zij niet snel iets bedacht zouden ze allemaal gedoemd zijn te sterven en dat zou een ramp betekenen zowel voor de bloemen als voor het vlindervolkje zelf. Vlindertje riep in stilte de Grote Nachtblauwen vlinder aan. 'Help ons, Grote Nachtblauwen Vlinder, laat de groep niet doodgaan. Wat moet er van het grote vlinderbos terecht komen zonder vlinders? De bloemen hebben de vlinders nodig'. ‘Vlindertje, vlindertje toch’, sprak de de Grote Nachtblauwen vlinder. 'Weet wel wat je vraagt. De groep kijkt jou nooit aan, wil niet met je lachen, praten, zelfs jou welterusten wensen was teveel. En dan over je sterretje, zelfs daar zijn ze jaloers op. En jij vraagt om genade voor de groep? Weet je het zeker?’ 'Ja', fluisterde het vlindertje. De Grote Nachtblauwen Vlinder hief zijn voelsprieten omhoog en straalde een enorme lichtbundel uit. De wolkenwagen kwam aangewaaid en nam alle donder en stenenwolken mee. De zon kwam tevoorschijn en wreef eens in zijn ogen om te zien of hij niet droomde want hij had nog nooit de wolkenwagen gezien! Hij had er wel over horen vertellen door de Maan en had altijd gedacht dat het een verzinsel van de Maan was want daar was de Maan goed in! 

De vlindergroep keek diep beschaamd naar vlindertje, want op de een of andere manier begrepen zij nu wel dat er iets bijzonders met vlindertje was en dat zij hun allemaal van de dood gered had. Een voor een maakten zij hun excuses en omhelsden het vlindertje. Vol liefde keek het vlindertje naar de groep en zei: ‘Ik ben altijd van jullie blijven houden, ondanks dat jullie mij pijn hebben gedaan. Soms zijn er wonderen nodig om anderen te overtuigen dat zij net zo speciaal en uniek zijn als diegene naar wie ze opkijken'.
Nauwelijks had vlindertje de liefdevolle woorden uitgesproken of er gebeurde een tweede wonder. Een bijzondere lichtstraal bescheen alle vlindervleugels, en er ontstond op ieder vlinder vleugel een sterretje. 
Wanneer jij in het bos, een *ster*-vlinder tegenkom, dan weet jij dat dit een liefdes-wens vlinder is en dat je zoveel liefde kunt vragen, wat je nodig hebt! Maar niet vergeten, wens niet alleen voor jezelf, laat anderen delen in je liefde! 

Tinkernel ©

Geen opmerkingen:

Een reactie posten