28 juli 2013

De Symboliek van De Slang

Naar aanleiding van mijn droom De Draak en de Slang  heb ik diverse 'Oosterse Wijze Droomuitleggers' geraadpleegd. Natuurlijk is het altijd interessant om anderen een licht over je droom te laten schijnen. Wat opviel is dat elke Oosterse Droomuitlegger die ik om raad vroeg, mijn droom als zeer negatief zijnde bestempelde. Ik raakte door de uitleg er zelfs lichtelijk ontregeld door. Onbewust trok ik het mij aan omdat ik niet kon geloven dat de droom 'negatief' zou zijn.
Ik draag al jaren uit en geloof stellig dat iedere droom een positieve bijdrage aan de persoonlijke ontwikkeling schenkt dus was ik genoodzaakt om dieper te graven in o.a. de symboliek van de Slang.



Waarom zagen de Ouden de slang als een symbool van wijsheid terwijl ze nu vaak wordt geassocieerd met bedrog en kwaad?

Waarom zou de slang een ‘leugenaar’, een ‘bedrieger’, de duivel, de ‘vader van de leugen’ zijn genoemd? Waarom heeft men gedacht dat de slang in de Hof van Eden, die het eerste mensenpaar verleidde tot kwaad doen, een belichaming of het symbool van de satan was?

Waarom is de slang het symbool geworden van het opwekken tot het kwaad, van het kwaad doen, van bedrog? Of, aan de andere kant, waarom is de stille, kruipende slang met haar langzame, kronkelende gang het symbool geworden van wijsheid of van de ingewijde, zoals in de uitdrukking toegekend aan een zeer verheven bron in het Christelijke Nieuwe Testament: ‘Wees dan wijs als de slangen en argeloos als de duiven’?


Het antwoord is eenvoudig genoeg. Zoals de natuurkrachten op zichzelf neutraal zijn en, als gevolg van het gebruik of misbruik door mensen, worden wat de mens ‘goed’ of ‘kwaad’ noemt, zo kan ook een wezen in de natuur, als het symbolisch wordt aangewend, in goede of slechte zin worden gebruikt. Een dergelijk gebruik als symbool hangt af van bepaalde karaktertrekken of eigenschappen die de menselijke geest, door gedachteassociatie kiest uit of afscheidt van andere kenmerken of eigenschappen en in symbolische of figuurlijke zin gebruikt om abstracte of concrete ideeën aan te duiden. Dit feit blijkt bijvoorbeeld in het Sanskriet, waarin ingewijden van beide soort, d.w.z. van zowel het pad van de rechterhand als van de linkerhand worden aangeduid met woorden die doen denken aan ideeën of kenmerken van slangen. De eerste soort, ook genoemd de broeders van het licht, worden aangeduid als nãga’s, terwijl de broeders  van de duisternis of van de schaduwen worden aangeduid als sarpa’s, en dit laatste woord is ontleend aan de werkwoordswortel srip, die ‘kronkelen’ betekent, ‘kruipen’ op een sluwe en heimelijke wijze en dus figuurlijk ‘bedriegen’.

We zien hier dat de voornamelijkste reden is dat de slang, waarschijnlijk in alle landen en beslist in alle tijden, is gebruikt als een symbool of zinnebeeld voor enerzijds de broeders van het licht en hun dienaren en anderzijds voor de broeders voor de broeders van de duisternis en hun slaven. De reden is duidelijk, want zowel de broeders van het licht als de broeder van het duister zijn brandpunten van kracht, van subtiel denken en handelen, van wijsheid en energie, in het eerste geval terecht en rechtmatig toegepast en dus behorende tot de ‘rechterhand’; en in het andere geval, ten onrechte of ten kwade toegepast voor de ‘linkerhand’. Maar, let wel, in beide gevallen heeft het gebruik betrekking op ingewijden, want ingewijden van de rechterhand en van de linkerhand zijn in één opzicht gelijk: zij maken subtiel gebruik van de krachten van de natuur, van wijsheid of liever geheime kennis. Diezelfde natuurkrachten werden door beiden gebruikt- de ene klasse gebruikte deze krachten voor onpersoonlijke en heilige doeleinden; de andere klasse gebruikte dezelfde krachten en energieën voor onheilige en slechte doeleinden. De ene groep bestaat, zoals eerder geschreven, uit nãga’s, de geestelijke ‘slangen’ van het licht, die subtiel, weldadig, heel wijs zijn en begiftigd met het geestelijke vermogen het kleed af te werpen, d.w.z. de huid of het lichaam, wanneer de ingewijde oud is geworden, en naar believen een nieuwer, jonger en sterk lichaam aan te nemen. Deze groep is altijd humaan, veroorzaakt nooit ergernis, werkt voortdurend voor het welzijn voor de mens, rustig en onopvallend in haar werkzaamheden, ten dele om de toejuichingen van dwaze mensen te voorkomen.

De andere groep bestaat uit insinuerende mensen, wereldwijze, sluwe, oneerlijke wezens, boosaardige wat motieven en daden betreft en dus heel gevaarlijk, terwijl ze toch van dezelfde krachten als de eerste groep gebruikmaakt, maar voor kwade doeleinden. Daarom ziet men dat aan de ene kant in alle belangrijke oude geschriften over ‘slangen’ wordt gesproken als symbolen van wijsheid, van de zonen van het licht die over kracht, kennis, liefde en roem beschikken, als zonen van de zon; en aan de andere kant dat over ‘slangen’ wordt gesproken als symbolen van de duistere broeders, vaak de zwarte broeders geheten, die in wezen, vanuit het standpunt van de natuur, boosdoeners zijn, bezig met hun onheilige werk om hart en ziel van de mens te bedriegen, en maar al te vaak slagen in hun duivels werk door middel van leugens en verkeerde voorstellingen.
Tinkernel

1 opmerking:

  1. Anoniem6/21/2015

    Hallo, zojuist las ik bovenstaande artikel en wilde een reactie plaatsen. Als Katholieke vrouw zie ik Eva en de slang in de bijbel als onschuldig omdat satan ze beide misbruikte om god te kunnen toornen. Satan verstopte zich immers in een slangentand om ongezien bij Eva te kunnen geraken om haar te verleiden. Ik vraag me soms af hoeveel andere gelovigen stiekem mijn perspectief hierin delen. Alles wat de duivel ooit heeft aangeraakt is niet gedoemd besmet te blijven, behalve als gelovigen dit weigeren in te zien.

    BeantwoordenVerwijderen