14 februari 2011

Maan in het water

'Wanneer de mens verlicht wordt, is dat als de weerspiegeling van de maan op het water. De maan wordt niet nat, noch is het water gebroken'.
 
Dogen Kigen (1200-1253) 

 
Droom
Samen met een vriend ben ik op weg naar de Universiteit. Ik ga een lezing geven. We komen in de gehoorzaal. Iedereen zit al in de banken. Mijn vriend zegt tegen mij dat hij even weg moet om zijn haar te laten knippen. Ik ga met de toehoorders praten, ik heb niet het idee dat ik een 'echte' lezing houd en na enige tijd komt mijn vriend terug. Hij heeft een ander kapsel en zijn haar is wat lichter van kleur gemaakt. Ook heeft hij een interessante 'regenjas' aan die hij op de heenweg niet had. Ik spreek mijn verwondering over zijn metamorfose uit en samen verlaten we de Universiteit en gaan we naar buiten.



Ik zie een taxi staan maar we besluiten toch om lopend op weg te gaan. We komen op een t-splitsing en eigenlijk weet ik in de droom dat we linksaf moeten maar mijn vriend vertelt mij dat hij rechts-af wil omdat langs die bewuste weg een sloot is waarin ‘gelukskikkers’ leven. Hij heeft namelijk een vriendin, C. genaamd, belooft een kikker voor haar mee te brengen.

We slaan rechtsaf en komen op een landelijke weg. De volle Maan beschijnt ons pad. Rechts van ons is Water en links spelende kinderen op grasland. De kinderen spelen met 'lichtbollen'. Soort van voet- en handbal. Mijn vriend pakt een bol en slaat deze expres het Water in. Ik vraag hem waarom hij dit doet. Hij zegt:’Ik kan niet zomaar met mijn hand in het Water gaan om een kikker te pakken, dat is verboden. Als ik nu een lichtbol in het Water gooi heb ik een reden om deze uit het Water te halen’.

Ik kijk naar het Water. De Maan weerspiegelt prachtig als een lichtende bol in het Water. Mijn vriend schept met zijn handen in het Water en geeft zijn dichte hand aan mij. Ik denk dat er een kikker in zit maar tot mijn verbazing geeft hij mij een ‘ring’. Een prachtige gouden ring met een parel erop. Een schitterende gloed straalt vanuit de parel. Ik ben sprakeloos omdat ik een kikker had verwacht.

Daarna lopen we verder op de weg en ik zie aan de overkant van het water een eiland. Op dat eiland staat een antieke ‘kerk’. Er lopen mensen in lange zwarte kledij omheen en ik weet in mijn droom dat ik in een 'andere' tijd bij die ‘gemeenschap’ hoorde. Het gebouw lijkt op een Oosterse kerk/klooster.

Daarna komen we op het eind van de weg bij een museum aan. We gaan naar de schilderijen van mijn vriend kijken. Bij het 'toegangskaart' krijgen we koffie en cake. We gaan naar binnen en lopen naar achteren. In het midden van de zaal staat een lift. Er staat een vrouw in een rolstoel voor en ik kan er niet langs. Ik merk in de droom dat ik mij lichtelijk irriteer omdat ik niet kan doorlopen. Ik ga er achter langs en loop verder.
Wakker.


Uitleg: 
Naar aanleiding van deze droom ontstond  onderstaand gedichtje: 

Uit de bespiegeling
van de Maan in het water
schiep jij
een parel met een ring.

Schonk aan mij
deze kostbaarheden
gevormd uit onze 'ervaring'.


Samen op weg
naar 'eenheid in vervolmaking'.


Jij stralend wezen
van Liefde en Licht
mijn andere helft
Jij die IS zoals IK BEN


Tinkernel
©

Geen opmerkingen:

Een reactie posten