Ik draag al jaren uit en geloof stellig dat iedere droom een positieve bijdrage aan de persoonlijke ontwikkeling schenkt dus was ik genoodzaakt om dieper te graven in o.a. de symboliek van de Slang.
Waarom zagen de
Ouden de slang als een symbool van wijsheid terwijl ze nu vaak wordt
geassocieerd met bedrog en kwaad?
Waarom zou de slang een ‘leugenaar’, een
‘bedrieger’, de duivel, de ‘vader van de leugen’ zijn genoemd? Waarom heeft men
gedacht dat de slang in de Hof van Eden, die het eerste mensenpaar verleidde
tot kwaad doen, een belichaming of het symbool van de satan was?
Waarom is de slang het symbool geworden van het
opwekken tot het kwaad, van het kwaad doen, van bedrog? Of, aan de andere kant,
waarom is de stille, kruipende slang met haar langzame, kronkelende gang het
symbool geworden van wijsheid of van de ingewijde, zoals in de uitdrukking
toegekend aan een zeer verheven bron in het Christelijke Nieuwe Testament: ‘Wees
dan wijs als de slangen en argeloos als de duiven’?
Het antwoord is eenvoudig genoeg. Zoals de
natuurkrachten op zichzelf neutraal zijn en, als gevolg van het gebruik of
misbruik door mensen, worden wat de mens ‘goed’ of ‘kwaad’ noemt, zo kan ook
een wezen in de natuur, als het symbolisch wordt aangewend, in goede of slechte
zin worden gebruikt. Een dergelijk gebruik als symbool hangt af van bepaalde
karaktertrekken of eigenschappen die de menselijke geest, door gedachteassociatie
kiest uit of afscheidt van andere kenmerken of eigenschappen en in symbolische
of figuurlijke zin gebruikt om abstracte of concrete ideeën aan te duiden. Dit
feit blijkt bijvoorbeeld in het Sanskriet, waarin ingewijden van beide soort, d.w.z.
van zowel het pad van de rechterhand als van de linkerhand worden aangeduid met
woorden die doen denken aan ideeën of kenmerken van slangen. De eerste soort,
ook genoemd de broeders van het licht, worden aangeduid als nãga’s, terwijl de
broeders van de duisternis of van de
schaduwen worden aangeduid als sarpa’s, en dit laatste woord is ontleend aan de
werkwoordswortel srip, die ‘kronkelen’
betekent, ‘kruipen’ op een sluwe en heimelijke wijze en dus figuurlijk ‘bedriegen’.
We zien hier dat de voornamelijkste reden is dat
de slang, waarschijnlijk in alle landen en beslist in alle tijden, is gebruikt
als een symbool of zinnebeeld voor enerzijds de broeders van het licht en hun
dienaren en anderzijds voor de broeders voor de broeders van de duisternis en
hun slaven. De reden is duidelijk, want zowel de broeders van het licht als de
broeder van het duister zijn brandpunten van kracht, van subtiel denken en
handelen, van wijsheid en energie, in het eerste geval terecht en rechtmatig
toegepast en dus behorende tot de ‘rechterhand’; en in het andere geval, ten
onrechte of ten kwade toegepast voor de ‘linkerhand’. Maar, let wel, in beide
gevallen heeft het gebruik betrekking op ingewijden, want ingewijden van de
rechterhand en van de linkerhand zijn in één opzicht gelijk: zij maken subtiel
gebruik van de krachten van de
natuur, van wijsheid of liever geheime kennis. Diezelfde natuurkrachten werden
door beiden gebruikt- de ene klasse gebruikte deze krachten voor onpersoonlijke
en heilige doeleinden; de andere klasse gebruikte dezelfde krachten en
energieën voor onheilige en slechte doeleinden. De ene groep bestaat, zoals
eerder geschreven, uit nãga’s, de geestelijke ‘slangen’ van het licht, die
subtiel, weldadig, heel wijs zijn en begiftigd met het geestelijke vermogen het
kleed af te werpen, d.w.z. de huid of het lichaam, wanneer de ingewijde oud is
geworden, en naar believen een nieuwer, jonger en sterk lichaam aan te nemen.
Deze groep is altijd humaan, veroorzaakt nooit ergernis, werkt voortdurend voor
het welzijn voor de mens, rustig en onopvallend in haar werkzaamheden, ten dele
om de toejuichingen van dwaze mensen te voorkomen.
De andere groep bestaat uit insinuerende mensen,
wereldwijze, sluwe, oneerlijke wezens, boosaardige wat motieven en daden
betreft en dus heel gevaarlijk, terwijl ze toch van dezelfde krachten als de eerste
groep gebruikmaakt, maar voor kwade doeleinden. Daarom ziet men dat aan de ene
kant in alle belangrijke oude geschriften over ‘slangen’ wordt gesproken als
symbolen van wijsheid, van de zonen van het licht die over kracht, kennis, liefde
en roem beschikken, als zonen van de zon; en aan de andere kant dat over ‘slangen’
wordt gesproken als symbolen van de duistere broeders, vaak de zwarte broeders
geheten, die in wezen, vanuit het standpunt van de natuur, boosdoeners zijn,
bezig met hun onheilige werk om hart en ziel van de mens te bedriegen, en maar
al te vaak slagen in hun duivels werk door middel van leugens en verkeerde
voorstellingen.
Tinkernel
Hallo, zojuist las ik bovenstaande artikel en wilde een reactie plaatsen. Als Katholieke vrouw zie ik Eva en de slang in de bijbel als onschuldig omdat satan ze beide misbruikte om god te kunnen toornen. Satan verstopte zich immers in een slangentand om ongezien bij Eva te kunnen geraken om haar te verleiden. Ik vraag me soms af hoeveel andere gelovigen stiekem mijn perspectief hierin delen. Alles wat de duivel ooit heeft aangeraakt is niet gedoemd besmet te blijven, behalve als gelovigen dit weigeren in te zien.
BeantwoordenVerwijderen