Het was ergens onderweg bij Oude Rijn
Tegenover mij zat een vreemde snuiter
Lang haar, zwarte cape, groezelig gezicht, echt een flierefluiter
Halverwege de reis haalde hij uit zijn lederen schoudertas
Ik begluurde hem terwijl ik deed alsof ik een boek las
Een beduimeld pakje brood wat vreemd rook.
De hele wagon werd ondergedompeld met de geur wat leek op gebakken knoflook
Ik begluurde hem terwijl ik deed alsof ik een boek las
Een beduimeld pakje brood wat vreemd rook.
De hele wagon werd ondergedompeld met de geur wat leek op gebakken knoflook
Hij at met veel plezier en smakken
Zijn lunch, zo te zien een broodje knoflook met Franse slakken
Vol walging keek ik naar dit tafereel
Ik dacht: ‘geef mij maar een broodje makreel’.
Tot overmaat van ramp liet hij, met open mond, een serie stinkboeren
En begon daarna vrolijk met mij te ouwehoeren
Vertelde van zijn leven als straatmuzikant
En zijn circuscarrière met een Indiaanse olifant
Zelfs een kort poosje had hij een act met padden en slangen
maar die waren helaas doodgegaan
De Indiaanse olifant was per ongeluk erop gaan staan
Einde carrière want door het ongeval raakte hij door paniek bevangen
Het circus ‘triangel’ genaamd bestond niet meer
‘Dat waren nog eens gouden jaren,’
zuchtte het heerschap keer op keer
sindsdien was hij eruit gaan zien als Hollands welvaren.
Hij pinkte een traan weg, de trein remde
Hij moest eruit en voor ik het doorhad omklemde
Hij mijn nek, begon mij wild te kussen
Ik dacht nog: ‘daar zit ik mooi tussen’!
Hij liet mij beduusd achter in de stinkende wagon
Van schrik bekomen nam ik een flinke teug cognac uit mijn zakflacon
En dacht: ‘ik zuip mezelf ladder zat’
Die gestolen kus voelde katerig en smaakte als een dooie kerkrat.
Tinkernel©
Wat een dichterlijke kwaliteiten heb je, lieve Nel.. fantastisch..! ;-)
BeantwoordenVerwijderenXX Marcel