18 mei 2013

Inzicht in andere mensen is wijsheid








Inzicht in andere mensen is wijsheid. Kennis van het zelf is verlichting!


 
 
 
 
 
 
 
 
Onlangs ontving ik van mijn overbuurman Frank een reactie op mijn droom ’ De Slang en de Draak’ welke ik geplaatst heb onder  de kop : ‘Het Vuur van de Ziel’. Frank is de persoon die in hetzelfde gebouw woont als de verbrande overbuurman Pieter.

Franks reactie is een bewijs dat karmische wetten even eenvoudig als diepzinnig zijn. Gedachten, woorden en handelingen scheppen karma en lossen ook weer op. Het leven is een proces van leren en af-leren!

Zodra iemand het besluit neemt dat hij wil ‘zijn’,  begint hij zichzelf te ‘ontmoeten’ en zichzelf als de oorzaak en gevolg, de leider en de volgeling, de bron en de weerspiegeling te zien. In wezen begint hij zijn eigen hoeder te worden. Op dit punt begint hij ook de werkelijke betekenis van karma te begrijpen, want het enige dat de gebeurtenissen, omstandigheden en mensen in zijn leven met elkaar gemeen hebben is ‘hijzelf’!

 

Hoi Tinkernel,

Ik heb je blog gelezen en ik vond het een mooi verhaal, knap onderbouwd ook.

Het verhaal gaat o.a. over karma en daar is voor mij de verbinding met jouw verhaal. Je betrekt in het verhaal je eigen droom en het verhaal van de hypnose-sessie in Marokko. Maar misschien heeft die droom ook wel betrekking gehad op Pieter en mij. De slang en de uitgebluste draak.

Ik vond de uitgebluste draak symbolisch voor Pieter, de man die ooit trots heeft gehad en zo enorm was afgegleden en somber en een slecht vooruitzicht had wat betreft kwaliteit van leven. De slang kan symbool staan voor het trieste ongeval, ook onverwacht. En in eerste aanblik een onschuldige aansteker en flesje aanstekergas/benzine. We weten da het gevaarlijk is, tenzij je er voorzichtig mee om gaat. Dat geldt ook voor een slang, pas als je fouten maakt slaat die toe.

Wat betreft mij zelf, ik was ook een uitgebluste draak. Ik zag mezelf negatief en gaf mezelf de schuld van iets wat verschrikkelijk mis was gegaan in 1996. Op het moment dat ik voor de voordeur stond van Pieter op de bewuste nacht, voelde ik mezelf weer agent. Al mijn zintuigen werkten optimaal, mijn gedachten waren snel, doordacht en beheerst. Op het moment dat ik in een nano-seconde besloot dat ik de voordeur moest intrappen omdat er binnen iets helemaal niet klopte ( de geur van verbrand plastic, het rare geluid en het gegeven dat Pieter niet reageerde) deed ik dat met de intentie om erger te voorkomen en Pieter te helpen.

Nadat ik de deur had ingetrapt, kwam een enorme stank me tegemoet. De lucht in het huis had de kleur van smog in het licht van de ganglamp. Het eerste wat ik daarna zag was het kapje van de rookmelder dat verwrongen op de grond lag. Mijn gedachte was, joh dat ruim je toch op en laat je daar niet liggen. Vervolgens liep ik de hoek om en trof Pieter aan in de badkamer. Ik zag de achterkant van zijn hoofd, nek en boven-rug. De kleur leek het meeste op iemand die in verre staat van ontbinding is. Ik dacht direct "hoelang ligt hij hier al". Direct realiseerde ik me dat dat niet kon omdat elke avond de wijkverpleging bij hem langs kwam. Toen besefte ik me wat ik zag en wat er gebeurd moest zijn. Hij was zwart verbrand. Ik zei tegen mezelf, "Frank niet te lang naar kijken". Ik bedacht me geen moment en liep naar de woonkamer om te zien of er nog vuur was. Aangezien dat er niet was, behalve een enorme smoglucht, ben ik terug gelopen naar het trappenhuis. 'Frisse'  lucht en om direct alle hulpinstanties via 112 in te schakelen. De politie die ter plaatse kwam heb ik voor de voordeur opgevangen en voorbereid op wat ze gingen zien. Ik heb nog gezegd dat ik niet had gecheckt of hij dood was, maar gezien hetgeen ik had gezien kon het niet anders dan dat hij was overleden toe ik hem zag.

Ik was kwaad toen ik daarna voor de voordeur stond op Pieter. Ik heb nog een paar keer iets hardop gezegd in de trant van "godverdomme Pieter, waarom!"

Nadat de brandweer en ambulance weg gingen ben ik naar boven gelopen om m'n huis binnen te gaan. Ik heb koffie gezet voor de politiemensen en die kwamen ook allemaal bij mij binnen. Er werd met vol respect gesproken over hetgeen we allemaal hadden gezien en ik werd volledig opgenomen in de groep. Alsof ik weer agent was en deel uitmaakte van het geheel.

Wat voor mij nu zo symbolisch is, is dat wat er in 1996 gebeurde ook betrekking had op n persoon die door de maatschappij min of meer werd genegeerd. Die persoon wilde ik op het politiebureau laten checken door een GGD-arts. Echter een leidinggevende overrulede mijn besluit en besloot de man in kwestie buiten de gemeente te brengen. Dit liep fataal af voor die persoon.  Tijdens de rechtszaak die volgde kon niet de gehele waarheid verteld worden. Als verdachte heb je laatste woord, maar ik durfde niets te zeggen omdat ik dan zou moeten liegen. Ik wilde de familie om vergeving vragen en hen duidelijk maken dat ik dit niet gewild had. Dat kon dus allemaal niet en ik durfde ook echt niet.  Ik heb jaren met schuldgevoelens rondgelopen en een jaar voor de dood van Pieter werd ik geestelijk ziek. Dit trauma was in volle heftigheid terug gekeerd na een incident met diezelfde leidinggevende van 17 jaar geleden. In de week voor Pieter zijn dood had ik een begeleid gesprek met die leidinggevende. In dit gesprek werd de film uit 1996 van minuut tot minuut doorgenomen. In dat gesprek kreeg ik na 17 jaar te horen dat wat ik mezelf al die tijd had kwalijk genomen, niet nodig was geweest. De leidinggevende gaf toe dat ik geen enkele invloed had kunnen uitoefenen op zijn besluit om die man te 'dumpen'. Hij zei nu voor het eerst dat hij daar verantwoordelijk voor was en niet ik.

Terug naar de nacht dat Pieter stierf.
Ik voelde me na al het handelen bevrijd, ik had gehandeld zoals ik vond dat nodig was en daarmee laten zien wie ik ben. Iemand die n ander in nood zal helpen en zeker niet aan zijn lot zal overlaten. Ik heb de ochtend na het overlijden van Pieter een afscheidsspeech geschreven. Deze wilde ik voordragen op de begrafenis van Pieter. Gelukkig kreeg ik van de nabestaanden deze gelegenheid. Een brief gericht aan Pieter waarin ik hem als held heb geroemd, hij voorkwam tenslotte een uitslaande brand door nar de badkamer te lopen. Maar ook over zijn alcoholgebruik en de minimale kwaliteit van leven door de gevolgen van overmatig alcoholgebruik. De voordracht had voor mij ook ineens een betekenis, om hetgeen ik in 1996 niet durfde nu wel zou doen.

De dag voor de begrafenis kwam mijn oude mentor (nu wijkagent) naar me toe om te vragen of ik het goed vond dat hij met mij mee ging naar de begrafenis. Oude tijden herleefden, het goede gevoel van saamhorigheid kwam terug. Ik voelde me gesteund  door zijn aanwezigheid. De voordracht was spannend en ik was ook zenuwachtig maar had me goed voorbereid waardoor de voordracht goed ging. Ik kreeg na afloop diverse complimentjes over de woorden die ik gesproken had.

De dood van Pieter is zeker niet zinloos dus. Hij heeft zijn verdiende rust en hij heeft mij geholpen om iets recht te kunnen zetten. Toeval  bestaat niet.....karma!

Liefs Frank

Geen opmerkingen:

Een reactie posten