24 februari 2011

Afscheid

Zij keek hem diep in de ogen aan. Zijn ogen glansden van opkomende tranen. Met wat omfloerste stem fluisterde hij: 'Ik ben altijd bij je ondanks dat onze wegen nu scheiden'.
Terwijl zij hem nogmaals omhelsde en uit zwaaide totdat hij sjouwend met zijn bezittingen in de rugtas uit het zicht verdwenen was, kwamen bij haar de tranen los. Intense gevoelens van verscheurdheid gaf haar een intense zielenpijn alsof er een deling had plaatsgevonden. Zij sleepte zich voort naar haar kamer en viel languit op haar bed. Haar lijf schudde het verdriet eruit en uit haar keel klonken schorre, bijna onhoorbare snikken. Dat wat eens zo mooi leek om waar te zijn, was aan gruzelementen gescheurd.


 Onwillekeurig gingen haar gedachten, nadat ze enigszins wat gekalmeerd was, naar hem uit. Hij, die haar zo liefhad was weg. 'Ongetwijfeld is hij nu ook in de diepste put gevallen net zoals ik', dacht zij. Als een film gleden de beelden in haar gedachte voorbij. Het eerste moment van elkaar zien was eigenlijk een weerzien, want zowel zij als hij herkenden elkaar vanuit, ja waar vanuit? Zij waren na de eerste ontmoeting tot de conclusie gekomen dat als er gedeelde vorige levens waren, zij er beslist samen er velen gedeeld moesten hebben, anders was het herkenningsgevoel niet te verklaren.
Na dat ene ontmoetingsmoment waren ze niet meer uit elkaar geweest, ze waren onafscheidelijk, totdat het lot ingreep. Het leek voor haar alsof hun geluk beproefd moest worden. Een soort van inwijding tot innerlijk besef. Alleen deze gedachte kon haar gemoedsrust strelen en opwekken. 'Zou hij dat ook zo ervaren?' vroeg zij zich af.

Met een zwaai gooide ze haar benen omhoog en hees zichzelf van het bed af. Ze liep de kamer uit en nam een verfrissende douche. Nadat ze zich weer in haar kleren had gehesen, overspoelde haar een déjà-vu moment. Ze herkende het zojuist gepassioneerde tijdsmoment. Het moment was al diverse malen beleefd, ergens in haar zat het verscholen en nu kwam het aan de oppervlakte, het moest gewoon opnieuw ervaren worden. Tegelijkertijd wist ze ook de afloop maar die zou deze keer beslist anders verlopen, het lot zou hun genadig zijn, dat wist ze zeker.
Een glimlach verscheen op haar gezicht.

Het gemis
Zij opende de kamerdeur en met verdrietige ogen staarde zij naar de leegte die hij achterliet.
De leegte was enorm, voelde zwaar. Ze nam een stoel en ging zitten midden in de leegte. Haar matte gevoel sloeg om in woede.
Dit had zij toch niet verdiend? Haar felle ogen schoten vuur. Wat denkt hij wel, wat een arrogantie, wat een hoogmoed. Het leek alsof haar gedachten vuurpijlen door haar hoofd heen schoten. De een nog kleurrijker en vernietigender dan de ander. Ze kon hem wel wurgen. Ze keek nogmaals rond in de leegte en zag alleen maar leegte.

De dagen die volgden hadden hetzelfde ritueel, zittend op een stoel, luisterde zij naar haar gedachten. Haar ogen schoten geen vuur meer, haar blik was wazig. Mistige ogen keken naar de leegte. Dan vulden langzaam haar ogen met tranen. Als een onhoudbare kletterende waterval storten ingehouden tranen naar beneden. Zij huilde hartverscheurend uren aan een stuk. Het leek wel alsof zij de leegte wilde vullen met haar tranen.
Nadat haar waterval was opgehouden met stromen en zij wat rustiger en ontspannen naar de leegte kon kijken ontdekte ze iets. Er stond Iets in een van de hoeken in de leegte.
Hij had iets achtergelaten. ‘Waarom heb ik Dat niet eerder gezien’, dacht zij terwijl zij haar benen strekte. De stoel zat ook eigenlijk heel ongemakkelijk, neen de stoel had geen schuld, zij voelde zich ongemakkelijk.

Ja, ze zag Het toch heel duidelijk, heel scherp, daar stond Het. Enorm groot en onbeweeglijk stond Het daar. Waarom had ze Het niet eerder gezien? Het zat bovendien in-ge-pakt.
Haar ogen deden pijn bij het zien van de verpakking. Het was verpakt in een oog-verblindend, niet verblindend vanuit een bepaalde schoonheid, maar vanuit een pijnlijk gevoel voor haar ogen en hart. Als zij er naar keek deed zelfs haar hart pijn, ze voelde bij iedere blik die zij Het gaf, haar hart krimpen. De koordjes die om HET heen zaten leken meer op stalen kabels dan op zijdezachte strengetjes. Ze had nog geen zin om Het open te maken want de aanblik alleen al was onverdraaglijk, laat staan hetgeen wat erin zou kunnen zitten.

Na dagen Het van alle kanten te hebben bekeken, met haar zonnebril op want haar ogen deden pijn bij het zien van zoveel valse schitteringen, moest het er toch maar van komen om Het te openen. Haar nieuwsgierigheid won het van haar angst. Voordat ze tot de daad overging luisterde ze met haar rechteroor aan Het of er geluid uit kwam. Soms hoorde ze iets wat verdacht leek op een diepe zucht. Maar enkele seconden later hoorde zij zacht gefluister alsof iemand in de verte iets riep wat voor haar bestemd was. Nu moest ze het zeker weten. Gewapend met een snoeischaar knipte ze de koorden door. Scheurde vliegensvlug de pijnlijke verpakking tot een enorme prop en gooide deze in de vuilnisbak. Nog een dun laagje verpakking kwam ze tegen en er zat zelfs een etiket opgeplakt. In rode sierletters stond op het etiket geschreven: ‘Gemis’. Verwonderd scheurde ze het laatste laagje weg en Het was nu open.
Er ontsnapte een diepe zucht uit Het Gemis en in het wegebbende geluid vluchtend uit de leegte klonk een zachte stem die sprak: 
‘De Waarheid is dat ik je soms zo mis dat ik het nauwelijks kan verdragen’.


Loslaten.

"Wat men liefheeft, moet men kunnen loslaten. Wanneer het naar je terugkeert is het voor jou bestemd. Zo niet, dan is het nooit voor jou geëigend geweest".

De weg vluchtende Waarheid zocht een uitgang in de leegte. Het gelukte de Waarheid om in alle vrijheid, wiegend op de ijle luchtstroom, de weg naar een andere gedachte te vinden. Hij was op datzelfde moment volop in gedachte. Zijn gedachte aan haar was zo duidelijk en indringend, dat de Waarheid zonder probleem kon landen in zijn belevingswereld. De gedachte had namelijk net bedacht dat hij haar precies zo intens miste zoals zij hem, dat ook hij het nauwelijks verdragen kon. Op het moment van de Waarheid kon hij er niet langer om heen draaien. Doordat hij haar zo lief had besefte hij dat hij haar in liefde kon loslaten.Hoe meer hij daar over nadacht hoe meer hij besefte dat het de ultieme Waarheid was. Gehecht zijn is niet hetzelfde als liefhebben. Alle liefde begint met hechting, dat kan niet anders, maar uiteindelijk betekent echte, onvoorwaardelijke Liefde juist dat je hechting opgeeft en de geliefde loslaat om te zijn wie hij of zij is. Dat is de naakte Waarheid.

Deze naakte Waarheid laat zich in zijn gedachte zien: het gebod van Jezus dat je je vijanden lief moet hebben, kan je als volgt interpreteren: je moet je vijanden loslaten. Je moet ze bevrijden uit de gevangenis van je wrok, je slachtofferschap of je woede. Loslaten lijkt dan ook veel op vergeven. Van vergeven is tegenwoordig bekend dat het niet zomaar gaat, dat je heel wat emotioneel werk te verzetten hebt wil het lukken iemand echt te vergeven. Loslaten is een onderdeel van elk vergevingsproces. Loslaten is eigenlijk veel meer, je moet heel veel voelen én denken én verwerken voordat je een emotie kunt loslaten; het eindpunt is loslaten.

Wat laat je precies los als je iemand vergeeft? Je gedachte dat een ander verantwoordelijk is voor jouw leven, dat de ander bepaalt hoe je leven verder gaat. De ander is verantwoordelijk voor zijn eigen daden maar niet voor hoe het met jou verder gaat. Dat is moeilijk want door de gebeurtenis ben je heel aangedaan en vraag je je af hoe het nu verder moet in je leven, daar heeft het ook allemaal mee te maken. Zolang je blijft koppelen kom je niet van de dader af en kun je hem ook niet positief bekijken. Ook moet je het idee loslaten dat jezelf perfect bent. Het is makkelijker te vergeven als je weet dat jezelf ook dingen gedaan hebt waarvoor vergeving nodig zou zijn. Dat leidt tot nederigheid waardoor je toch weer op gelijk niveau kunt komen met de ander. En zo leidt loslaten juist tot verbinding: op een dieper niveau.

Zij neemt de telefoon op. Hij vraagt: ’Kan ik een gesprek met je hebben?’ Even twijfelde zij maar bewust van de Waarheid neemt ze zijn vraag serieus en zegt: ‘Goed, kom morgenmiddag maar langs’. Zij legt glimlachend de telefoon neer, denkend aan het afscheid ergens in februari. Als een film flitsten de beelden weer voorbij. Haar verdriet, het lot wat hun geluk beproefde. De inwijding tot innerlijk besef van uit elkaar zijn en toch onafscheidelijk blijven. De verbinding op dieper niveau die heel tegenstrijdig loslaten wordt genoemd. Dát is het wat ervaren moest worden en zij kende de afloop. Het lot zou hen immers genadig zijn als ze allebei op het juiste moment elkaar in liefde loslaten om daarna elkaar weer liefde-vol in de armen te sluiten.

Tinkernel ©

6 opmerkingen:

  1. Anoniem6/14/2011

    Tinkernel....Het proces ken ik ..je hebt het zo inlevend geschreven....Bedankt hiervoor..het is net iets wat ik nodig had...Amanda Malinka

    BeantwoordenVerwijderen
  2. Dank je wel Amanda voor je feedback.
    Hug***
    *Tinkernel*

    BeantwoordenVerwijderen
  3. Anoniem5/03/2012

    Ik zit momenteel middenin dat proces..spijker op zijn kop hoe het omschreven is..hoop op een terugkeer xx

    BeantwoordenVerwijderen
  4. Sterkte Anoniem! Je komt er beslist sterker uit en je 'blik' op een relatie 'hebben' verandert volkomen. Het krampachtige wat 'hebben' heeft en velen in een relatie beleven zal zich veranderen.

    BeantwoordenVerwijderen
  5. Anoniem5/25/2012

    Dankjewel dat je me op dit stukje gewezen hebt. 't Is een goed verhaal. "De gedachte had namelijk net bedacht dat..." is ook zo'n typisch steeds terugkerend ding; mooi geformuleerd.
    Net als de rest van het verhaal, ik heb hier zeker wat aan. :)

    -Oskar

    BeantwoordenVerwijderen
  6. Annette2/08/2014

    Mooie uitleg en o zo waar !
    Als je alle processen doorlopen hebt geeft het je rust en het vind n plaatsje ergens ín je.
    En rijkdom

    BeantwoordenVerwijderen