22 maart 2011

Wandelen door IK BEN

Ik heb een vreemde tijd achter de rug. Ik benoem het als vreemd omdat sommige ervaringen bijna niet in woorden zijn uit te drukken. Alles begon met een reeks vreemde dromen. Niet vreemd omdat ik ze niet zou begrijpen maar de ervaring om ‘dromend’ en tegelijkertijd ‘wetend’ dat ik door mijn IK BEN aan het ‘wandelen’ ben. Anders dan dit kan ik het niet verwoorden.

De eerste nachten droomde ik op ‘familie-niveau’. Alle families waar ik contact mee heb gehad. Ik bedoel mijn ex families, dus dat zijn er nog al wat, dat krijg je als ‘samen-alleen’ je bewust-wordings thema in dit leven is. Alle families passeerden de droom revue. Het gekke in de droom was dat ik compleet door iedereen genegeerd werd. Mensen herkenden mij niet meer. Ik zei niets in de dromen maar keek allen recht in de ogen. Ze ‘zagen’ mij niet (Verloochening). Dit geeft mijn eenzaamheid in de dromen weer. Ik was mij er van bewust en voelde mijzelf ‘afgescheiden’ en heimwee bekroop mij. Een besef wat ik ‘her-ken-de’ uit een ZIJN niveau, voorafgaande aan mijn incarnatie in het huidige lichaam. Ik schrok wakker door de volheid van de 'herkenning'.

De volgende nacht begaf ik mij weer op ‘pad’. Dit maal bevond ik mijzelf in een enorm groot ‘huis’ met vele verdiepingen. Moet je je voorstellen dat het huis, wat eigenlijk meer op een gebouw leek, uit enorme galerijen bestond met uitzichtloze gangen. In de gangen was alleen maar één-richtingsverkeer mogelijk. Je kon vooruit, niet achteruit. Iedere verdieping had dezelfde galerij en identieke gangen. Iedere gang had vele deuren die alleen maar aan de rechterzijde waren, de linker gang muren waren van glas. Door het glas kon je een enorme tuin overzien. Ik wandelde door de gangen. Iedere verdieping had een bepaalde ‘tijd-geest’.

De begane grond bestond uit ‘natuurlijke elementen’ zoals wouden, dieren en primitieve mensen. Ik liep niet door de gang van de begane grond. Ik overzag de verdiepingen en kon tevens door de etages heen zien. Ik bevond me op de ‘vierde’ etage. Lopende door de gang keek ik door iedere ‘deur’ heen. Achter iedere deur ‘speelde’ zich een tafereel af waarbij ‘tijd’ een grote rol speelde. Het tafereel liet een ‘gebeurtenis’ zien wat ik beleefd had, de tijd werd uitgedrukt door de kledingstijl (uiterlijk/lichaam) die ik aanhad. Ik keek dus naar mijzelf, zoals ik nu ben als destijds was.

Ik begon bij een Italiaansachtig tafereel. Ik zag mijzelf in middeleeuwse kledij. Ik poseerde voor een schilder die bezig was mij te portretteren. Ik zal niet in detail beschrijven wat ik aanhad of wie ik was dat laat ik voor mijzelf. De schilder die aan mijn portret werkte was ‘Tiziano Vecelli’ (oftewel Titiaan). Het gekke was dat diezelfde Titiaan ook iemand was die ik NU ken en die vreemd genoeg precies hetzelfde schildert zoals hij, toen als Titiaan, deed/doet. Wat mij ook bevreemde is dat ik op het ‘zien moment’ in de droom wist wie de personen waren maar tevens wie ze NU zijn.

Nadat ik verschillende ‘deuren’ was langs geweest en naar diverse ‘taferelen’ had gekeken kwam ik uit voor de ‘deur’ van ‘heden/nu’. Opmerkelijk was het dat ‘het einde’ van de gang nog lang niet in zicht was! Ik keek wederom door de deur en zag een tafereel wat ‘scheiding’ als thema had. Alle mensen die ik ‘ken’ en ooit ontmoet had waren in de ‘gebeurtenis’. Iedereen was druk bezig zonder ‘oog’ te hebben voor de ander. Vreemd genoeg werd het tafereel weergegeven in een ‘leegte’. Bij nader inzien bestond de Leegheid uit ontelbare kleine ‘puntjes’. Ieder Puntje was een ‘mens’. Doordat de puntjes niet met en bij elkaar wilden zijn, kon de ‘Leegte’ zich niet manifesteren. Ik begreep dat ik naar een ‘boodschap’ voor mij zelf keek. Ook na het zien van de volheid van de ‘leegte’ schrok ik wakker.

De derde nacht droomde ik dat ik me midden in de ‘leegte’ bevond. Ik was een ‘puntje’. Op dat bewuste droom moment probeerde ik uit om mezelf te verplaatsen naar die ‘Puntjes’ die ik wilde ‘zien’. Ik merkte dat mijn dekbed omhoog ging en dat met een plof iemand naast mij kwam liggen. Heel vreemd als je bedenkt dat ik ‘normaal’ gesproken mijzelf verplaatst in mijn droom. Ik ga naar personen toe maar het was mij nog niet eerder gelukt om personen bij mij te krijgen. Dus ik hoefde mijzelf niet te verplaatsen. Wat een ontdekking!

De persoon lag naast mij in bed, ik ‘voelde’ dat in mijn droom. Ik keek naar het gezicht. Rustig doorslapend en zich van niets bewust. Ik voelde de ‘andere’ energie en voelde tegelijkertijd mijzelf opgaan in de ander, een ‘her-eniging’. Ik was mij bewust van volheid in leegte, en leegte in volheid. Soort zielsvereniging. Het ‘afgescheiden’ deel kan op een ander niveau (o.a. door dood heen) herenigd worden, alleen in ‘stof’ is dit bijna niet mogelijk je daar bewust van te worden, laat staan voel- en zichtbaar.

Ik denk dat als je eenzaamheid, heimwee, afscheiding en zielsliefde écht in de ‘diepte’ van je Zijn voelt en ervaart en tegelijkertijd geloof en vertrouwen in de bodem van die diepte verankerd hebt, je tot een grotere Beleving kunt komen.

Wat een inzicht!


*Tinkernel*

Geen opmerkingen:

Een reactie posten